Bezwaar wel gericht tegen aanslag permalink


3 februari 2016 | algemeen verbindend voorschrift, belastingverordening, onroerende-zaakbelasting

In de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is geregeld dat bezwaar en beroep tegen algemeen verbindende voorschriften niet mogelijk is. Maakt men echter bezwaar tegen een besluit dat steunt op een dergelijk voorschrift, dan kan de verbindendheid daarvan wel worden getoetst door de bestuursrechter. Dit geldt dus ook voor belastingverordeningen, zoals de Hoge Raad bijvoorbeeld heeft uitgemaakt in het zogenoemde Beerta-arrest (HR 7 oktober 1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC5112). In een door ons behandelde zaak was de heffingsambtenaar van mening dat de gronden die waren aangevoerd tegen de belastingverordening (gedurende het bezwaar tegen de belastingaanslag) echter als bezwaar tegen die verordening moeten worden gezien. De Rechtbank ondersteunde dit oordeel. In hoger beroep vernietigde het Hof daarentegen de uitspraak van de Rechtbank:
"De omstandigheid dat in een bezwaarschrift tegen een aanslag stellingen worden aangevoerd die betrekking hebben op de verbindendheid van een verordening brengt echter niet mee dat het bezwaarschrift moet geacht niet te zijn ingediend tegen de aanslag, maar tegen de Verordening. De heffingsambtenaar had het bezwaar – in ieder geval mede – dienen aan te merken als een bezwaar tegen de aanslag."

Uitspraak rechtbank: Rechtbank Noord-Nederland 4 november 2014, LEE 14/240
Uitspraak hof: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 12 januari 2016, ECLI:NL:GHARL:2016:89