vonnis -------------------------------------------------------------- - Rechtbank Oost-Nederland Zaaknummer : 880508 Rolnummer : 13/2487 Uitspraak : 5 september 2013 DE KANTONRECHTER IN EINDHOVEN in de zaak van: De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Intrum Justitia Nederland B.V., gevestigd en kantoorhoudend in 's- Gravenhage, eiseres, gemachtigde: LAVG, tegen : [gedaagde], wonende in [plaats], gedaagde, gemachtigde: A.L. ten Hoeve. Procedure Het verloop van het geding blijkt uit de stukken die zich in het dossier bevinden, te weten - de dagvaarding - het antwoord - de repliek - de dupliek - de akte na dupliek Vordering en verweer 1.1. Eiseres, Intrum, vordert dat gedaagde, [gedaagde], wordt veroordeeld tot betaling van de somma van € 3.136,26, vermeerderd met de contractuele rente over € 2.941,75 vanaf 30 januari 2013, voor zover dit alles de € 25.000,= niet te boven gaat, een en ander bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad en met een proceskostenveroordeling. 1.2. Zij voert daartoe aan - dat Wehkamp B.V. op 30 april 2006 een kredietovereenkomst met [gedaagde] gesloten heeft en dat Wehkamp B.V. haar vordering op [gedaagde] aan Wehkamp Finance B.V. heeft overgedragen - dat Wehkamp Finance B.V. uit hoofde van de overeenkomst Wehkamp/ Wehkamp Finance/ [gedaagde] een vordering had van € 2.941,75 - dat Wehkamp Finance B.V. die vordering aan haar, Intrum, heeft gecedeerd - dat daarna nog een bedrag van € 194,51 aan kredietvergoeding is vervallen - dat [gedaagde] het totaalbedrag ad € 3.136,26 onbetaald gelaten heeft. 2. [gedaagde] voert tegen de vordering een aantal verweren waarvan de belangrijkste zijn - dat te weinig stukken bij de dagvaarding gevoegd zijn, waardoor de vordering niet inzichtelijk is; de dagvaarding is daarom nietig - dat [gedaagde] geen overeenkomst met Wehkamp Finance heeft - dat uit niets blijkt van de overdracht van de vordering van Wehkamp aan Wehkamp Finance - dat de vordering verjaard is - dat [gedaagde] geen bestellingen gedaan heeft - dat niet blijkt van een juiste ingebrekestelling - dat de overlegde algemene voorwaarden kennelijk niet op de gestelde overeenkomst van toepassing zijn. Beoordeling 3. Van een overeenkomst Wehkamp Finance/[gedaagde], als gesteld bij dagvaarding onder 6, is geen sprake, want uit de akte waarvan bij dagvaarding als productie 1 een kopie is overlegd blijkt slechts van Wehkamp als partij; Wehkamp Finance wordt niet genoemd. 4.1. Intrum stelt, dat Wehkamp haar vordering op Wehkamp Finance heeft overgedragen, maar daarvan is geen bewijs overlegd. 4.2. Van een geldige cessie van de gestelde vordering van Wehkamp Finance aan Intrum blijkt trouwens evenmin: de akte die Intrum bij repliek als productie 9 heeft overlegd is niet ondertekend. 5.1. Een eventuele vordering is niet verjaard; het is een vordering uit een kredietovereenkomst waarvoor de termijn van BW 3: 308 geldt. 5.2. Uit WCK 33 c 1 blijkt, dat voor de achterstallige termijn moet worden in gebreke gesteld onder aanzegging van opeising ineens; geen van de overlegde stukken heeft een tekst van die strekking, terwijl bovendien nergens uit blijkt, dat brieven verstuurd zijn, los van de vraag of [gedaagde] niet zelf voor de beschikbaarheid van het juiste adres verantwoordelijk is. 6. Aan de volgende vraag - of [gedaagde] zaken besteld heeft - komt de kantonrechter niet toe; de vordering moet reeds om de boven genoemde redenen worden afgewezen. 7. Als in het ongelijk gestelde partij wordt Intrum in de proceskosten veroordeeld. BESLISSING De kantonrechter: Wijst de vordering af; Veroordeelt Intrum in de proceskosten van [gedaagde], in totaal gesteld op € 350,= wegens gemachtigdensalaris. Aldus gewezen door mr P.M. Knaapen, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 5 september 2013, in tegenwoordigheid van de griffier.